Op dit blog wordt veel gesproken over autisme, maar wat is autisme nu juist? Voluit spreken we van een autismespectrumstoornis (afgekort: ASS). Dit is een zeer complexe problematiek, waarbij elke persoon uniek is. Autisme komt op verschillende manieren tot uiting en in verschillende gradaties op vak van ernst. Daarom is het ook niet gemakkelijk om uit te leggen wat autisme nu net is. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste kenmerken van deze problematiek.
Autisme als ontwikkelingsstoornis en contextblindheid
Een autismespectrumstoornis is een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Dat wil zeggen dat verschillende ontwikkelingsdomeinen van een persoon worden beïnvloed tijdens het volledige leven van de persoon. Het wordt gekenmerkt door een specifieke manier van informatieverwerking in de hersenen. Hierdoor ervaren mensen met autisme de wereld om zich heen op een andere manier. Deze unieke informatieverwerking is aangeboren. Er bestaan verschillende theorieën over deze informatieverwerking met de contextblindheid van Peter Vermeulen als meest recente theorie.
Contextblindheid betekent dat mensen met autisme een waarneming slechts op één manier zullen interpreteren zonder rekening te houden met de context. Wanneer zij bijvoorbeeld de straat aan het oversteken zijn en het licht springt plots op rood, dan zullen zij stoppen, ongeacht of ze al aan de overkant zijn of niet. Rood betekent immers stoppen. Doordat ze geen rekening houden met de context, zullen ze boodschappen vaak verkeerd begrijpen. Dit verschil valt zeer duidelijk op in sociale situaties en communicatie. Iemand kan bijvoorbeeld wenen van verdriet, maar ook wenen van geluk. De correcte interpretatie kan je enkel afleiden als je rekening houdt met de context.
Daarnaast zorgt deze contextblindheid ervoor dat ze moeite hebben om flexibel te zijn. Een boekentas betekent bijvoorbeeld naar school gaan. Als deze boekentas echter al op zondagavond klaargezet wordt, kan een kind met ASS in de war zijn omdat hij/zij denkt dat hij/zij nu naar school moet. Mensen met autisme hangen dan ook sterk vast aan structuur en routine.
Belangrijkste kenmerken van autisme
De diagnostische handleiding (i.e. DMS-V) zegt dat autisme gekenmerkt wordt door een tekort op twee verschillende hoofddomeinen.
- Sociale communicatie en interactie: Mensen met autisme hebben bijvoorbeeld moeite om een heen-en-weer-gesprek te onderhouden. Daarnaast begrijpen ze wat iemand anders zegt vaak letterlijk. Ze hebben ook minder inzicht in hoe ze hun gedrag kunnen aanpassen aan bepaalde situaties. In museums mag je meestal niets aanraken, maar sommige museums zijn interactief. Hierdoor is het zeer moeilijk voor hen om in te zien wat wel en niet kan.
- Repetitief gedrag en specifieke interesses: Mensen met autisme vertonen soms stereotiepe bewegingen en repetitieve spraak. Daarnaast hebben ze het ook moeilijker om om te gaan met onverwachte veranderingen, want dan moeten ze plots een heleboel nieuwe prikkels verwerken. Dit kan ervoor zorgen dat ze veel stress hebben. Hier zien we meteen een tweede probleem met vakanties en daguitstappen. Dit zijn steeds nieuwe situaties waarbij geen structuur is. Hoe dit kan opgelost worden, kan je hier verder lezen. Tot slot zijn deze mensen vaak zeer gevoelig voor prikkels. Zo kan er sprake zijn van een oversensitiviteit voor geluid, waardoor dit soms kan ervaren worden als een donderslag in de oren.
Wat na de diagnose autisme?
Zoals reeds eerder werd aangehaald is autisme een ontwikkelingsstoornis. Dit wil zeggen dat de problematiek zal evolueren naarmate men ouder wordt, maar ze nooit weg zal gaan. Toch leren mensen met ASS omgaan met hun beperkingen, waardoor de kindertijd vaak, maar niet altijd, de moeilijkste periode is voor zowel de persoon zelf als zijn/haar omgeving. Wanneer hij/zij ouder wordt, leert hij/zij bepaalde kenmerken te camoufleren, waardoor de symptomen minder sterk opvallen. Ondanks dat een persoon met autisme de diagnose en bijhorende beperkingen voor de rest van zijn/haar leven met zich meedragen, is autisme dus niet noodzakelijk een levenslange handicap.
Deze vaardigheden kan een kind of volwassene op zichzelf leren, maar vaak is therapie noodzakelijk. Daar leren ze bijvoorbeeld compensatiestrategieën en sociale vaardigheden. Daarnaast is het eveneens interessant om de omgeving van een persoon met autisme aan te pakken. In een autismevriendelijke omgeving zal een kind of volwassene met autisme zich immers beter voelen. Dit kan onder andere bekomen worden door het kind structuur en voorspelbaarheid te bieden aan de hand van bijvoorbeeld sociale verhalen. In Vlaanderen kunnen ouders zich hierin laten begeleiden door thuisbegeleidingsdiensten zoals Vzw Victor, Tanderuis en dergelijke meer. Dit zijn mobiele en ambulante diensten die opvoedingsondersteuning bieden. Samen met de ouders gaan zij op zoek naar oplossingen op concrete vragen van de ouders. Het is de bedoeling dat zij de ouders vaardigheden aanleren, waardoor deze uiteindelijk zelf beter leren omgaan met de problematiek.
Autisme in enkele cijfers
In Vlaanderen zouden er ongeveer 42.000 mensen met de diagnose autisme zijn. Deze cijfers wijzen op een stijging in vergelijking met vroeger. Zijn er dan meer mensen met de diagnose autisme? Niet noodzakelijk. In de huidige maatschappij is men zich veel meer bewust van de problematiek, waardoor mensen sneller doorverwezen worden. Daarnaast zijn de testen vandaag mogelijks beter dan vroeger. Tot slot kan het zijn dat onze omgeving vandaag veel meer verwacht van ons. Vroeger was bijvoorbeeld de taakverdeling binnen een huis duidelijk: de vrouw kookt, kuist en zorgt voor de kinderen, terwijl de man gaat werken. De laatste jaren verwacht men echter steeds meer dat mannen hun steentje bijdragen in het huishouden en dat vrouwen een carrière nastreven.
De verhouding tussen jongens en meisjes is wel stabiel gebleven. Jongens worden vier keer meer gediagnosticeerd dan meisjes. Onderzoekers vermoeden wel dat autisme bij meisjes minder snel wordt opgemerkt, omdat zij beter kunnen camoufleren.
Tot slot is het ook zo dat er vaak sprake is van meerdere diagnoses bij eenzelfde persoon. Dit heet comorbiditeit. Vaak (maar niet altijd) gaat autisme samen met een verstandelijke beperking, ADHD, angststoornissen, etc.